‘We gaan nog naar de winkel, toch?’
‘Probeer ik.’
‘Heb je last.’
‘Ach, gewoon.’
‘Ik ook hoor, van mijn rug. Ik loop als een oud wijf. Maar ja, ’t is niet anders.’
‘We gaan nog naar de winkel, toch?’
‘Probeer ik.’
‘Heb je last.’
‘Ach, gewoon.’
‘Ik ook hoor, van mijn rug. Ik loop als een oud wijf. Maar ja, ’t is niet anders.’